Blogs

Uitholling door oprenting: De onverwachte effecten op nalatenschappen

Wanneer een partner overlijdt, krijgen kinderen vaak een vordering in geld op de langstlevende echtgenoot. Deze vordering kan worden opgerent, wat grote gevolgen kan hebben voor de uiteindelijke verdeling van het vermogen. Vooral in samengestelde gezinnen kunnen deze gevolgen verrassend uitpakken.

De wettelijke basis

Bij de wettelijke verdeling en tot 2003 in de testamentaire variant van de Ouderlijke Boedelverdeling, krijgen kinderen een vordering in geld op de langstlevende echtgenoot. De wettelijke verdeling voorziet in een standaard oprenting van een enkelvoudige rente, gebaseerd op de wettelijke rente min zes procent (niet lager dan nul). Bij de ouderlijke boedelverdeling is de oprenting in het testament geregeld. Het is zelfs mogelijk om zonder testament na overlijden afspraken te maken over de rente, waarbij fiscaal maximaal een samengestelde rente van 6% is toegestaan.

Een gunstig voorbeeld

Laten we kijken naar een praktijkvoorbeeld. A en B zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden en hebben samen twee kinderen, C en D. Na het overlijden van A bedraagt de nalatenschap €300.000. De wettelijke verdeling is van toepassing, waardoor C en D ieder een vordering krijgen van €100.000. A heeft bepaald dat de vordering oprent met de maximale 6% per jaar, samengesteld. Voor C en D samen is ongeveer €15.000 aan erfbelasting verschuldigd.

Wanneer B twaalf jaar later overlijdt, bedragen de totale bezittingen €400.000. De vorderingen van C en D zijn door de oprenting elk gegroeid tot €200.000, waardoor de nalatenschap van B per saldo nul bedraagt. Er is bij deze tweede verkrijging geen erfbelasting verschuldigd. Het totale effect: €400.000 wordt overgeheveld van ouders naar kinderen met slechts 3,75% erfbelasting.

De keerzijde: het samengestelde gezin

De situatie kan heel anders uitpakken in een samengesteld gezin. Stel dat A en B ieder één eigen kind hebben: C is het kind van A, D het kind van B. Opnieuw overlijdt A als eerste, waarbij C een vordering krijgt van €150.000 op B. Als B twaalf jaar later overlijdt met €400.000 aan bezittingen, is de vordering van C inmiddels aangegroeid tot €300.000. D krijgt dan slechts €100.000. Nog drastischer: als B pas zeventien jaar na A overlijdt, krijgt D door de oprenting helemaal niets meer.

Pas op voor onbedoelde effecten

De oprenting van een erfdeel verdient bijzondere aandacht bij het afwikkelen van de nalatenschap van de eerst stervende partner. Het kan fiscale voordelen bieden, maar ook leiden tot onbedoelde effecten – vooral in samengestelde gezinnen. Dit onderstreept waarom geen enkele nalatenschap zichzelf afwikkelt en professionele begeleiding vaak wenselijk is.

Maak een Afspraak

Neem vrijblijvend contact op met de erfenisdeskundige als u met vragen zit. Laat alles goed achter!