Blogs

< terug

Uitbetaling levensverzekering valt niet in nalatenschap

Rechtsvraag
Moet bij vaststelling van de geldvordering van (stief)kinderen worden betrokken een uitkering uit levensverzekering die aan echtgenote in privé toekomt en die is aangewend ter aflossing van hypothecaire schuld die tot ontbonden huwelijksgemeenschap behoort?

Casus
Erflater is ten tijde van zijn overlijden voor de tweede keer gehuwd. De wettelijke gemeenschap is van toepassing. Erflater heeft bij testament bepaald dat zijn tweede echtgenote voor 1% en zijn twee kinderen en de twee kinderen van zijn echtgenote voor het resterend gedeelte tot erfgenamen benoemd. Verder is de wettelijke verdeling van toepassing. 
Na overlijden van de erflater ontvangt de tweede echtgenote een uitkering uit een levensverzekering. De verzekeraar heeft dit bedrag na het overlijden uitbetaald aan de bank waar erflater en zijn tweede echtgenote de hypothecaire lening hebben afgesloten om die lening deels af te lossen. Bij de vaststelling van de geldvorderingen van de (stief)kinderen ontstaat discussie over de vraag of de uitkering uit de levensverzekering nu we/of niet tot de nalatenschap behoort.

Beoordeling
Volgens de Hoge Raad heeft het hof als uitgangspunt genomen dat de tweede echtgenote begunstigde was van de levensverzekering. Bij een kruislingse polis (de leer van het voor zichzelf bedongen recht) kan de waarde van de polis wel degelijk in de gemeenschap vallen. Uit de feiten blijkt echter dat de kruislingse levensverzekering in casu van de wettelijke gemeenschap was uitgezonderd. De uitkering valt daarom in het privévermogen van de tweede echtgenote. 

Uitspraak 
De Hoge Raad oordeelt dat de uitkering uit de levensverzekering niet in de nalatenschap van de erflater valt en niet van invloed is op de omvang van de geldvorderingen van de (stief)kinderen.

Vindplaats
Hoge Raad 24-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:697

Maak een Afspraak

Neem vrijblijvend contact op met de erfenisdeskundige als u met vragen zit. Laat alles goed achter!